Adviescollege: nieuwe zzp-wet werkt niet tegen schijnzelfstandigheid
Volgens het Adviescollege Toetsing Regeldruk (ATR) gaat het wetsvoorstel van minister Karien van Gennip (Sociale Zaken) om schijnzelfstandigheid tegen te gaan niet werken. ‘Het voorstel van minister Van Gennip leidt tot meer regels voor burgers en bedrijven in plaats van het tegenovergestelde’. Verder geeft het ATR aan dat de wet niet zal bijdragen aan het verminderen van schijnzelfstandigheid. ‘De wet zorgt niet voor meer duidelijkheid en eenvoud voor bedrijven, werkenden en zelfstandigen bij het beoordelen van arbeidsrelaties', zegt de ATR in een advies aan de minister.
Eerdere kabinetten hebben al jaren geworsteld met de vraag hoe schijnzelfstandigheid tegen te gaan. Hiervan is er sprake wanneer een zzp’er wordt ingehuurd, maar eigenlijk in loondienst is. Wanneer bedrijven dit doen, biedt dit voordelen aan een werkgever want die hoeft geen sociale premies af te dragen en ook geen loonbelasting te betalen. Verder is het voor hen ook makkelijker om van zzp’ers af te zijn, omdat er geen ontslagrecht geldt. Maar de gouden vraag bestaat nog: wanneer bepaal je dat iemand in dienst is of dat hij als zelfstandige opdrachten uitvoert?
Mogelijk nieuwe rechtszaken
Minister Karien van Gennip koos voor het begrip ‘werken in dienst van’ te verduidelijken. Ze heeft bestaande rechtspraak verzameld uit rechtszaken en bracht die bij elkaar in een zogenaamde ‘toetsingskader’. Dit om opdrachtgevers en zelfstandigen duidelijker te maken of ze een zzp-contract kunnen afsluiten of in overtreding zijn. Minister Van Gennip introduceert volgens ATR een aantal begrippen die voor verschillende interpretaties vatbaar zijn. Wat weer tot nieuwe rechtszaken kan leiden om duidelijk te krijgen wat er precies mee wordt bedoeld. Conclusie volgens de ATR: de nieuwe wet gaat hierdoor niet zorgen voor meer duidelijkheid, en het zal de regeldruk ook niet verminderen zoals eerder verwacht.
Wij houden jullie hier verder op de hoogte zodra er nieuwe ontwikkelingen bekend zijn.
